mardi, février 27, 2007

cité hollywood

deze morgen trok ik om kwart over acht (ik moest vroeg naar de les, dit is niet mijn natuurlijke opstaanuur) de gordijnen van mijn kamertje open, en was meteen wakker toen ik plots volgend uitzicht had:



geamuseerd nam ik mijn ontbijt mee naar het raam en keek een tijdje toe. in mijn hoofd maakte ik wat vergelijkingen met zaterdag. toen waren we namelijk ook op een filmset beland. een belgisch meisje dat hier film studeert, had ons opgetrommeld voor te figureren in een film waar ze regie assistente was. een amerikaanse regisseur die 'na deze zomer echt wel gaat doorbreken' (jammer dat ik zijn naam ben vergeten anders kon ik die alvast annonceren) draaide een bizar kortfilmpje aan de bastille en had VEEL mensen nodig die over een zebrapad wilden wandelen. dat wilden wij wel, en we waren dan ook op post. zaterdag was ongeveer twintig keer minder materiaal voorhanden dan ik nu vanuit mijn vensterraam kon waarnemen. dit hier was een stuk professioneler. ik probeerde even de regisseur te herkennen maar het was niet françois ozon dus het lukte niet.



(voor échte filmkenners, je zou me helpen met ook een gokje te wagen: de man hierboven is dus de regisseur, en hieronder een stukje van de enige (half-)zichtbare acteur. wie iemand herkent, maak het bekend! mits een beetje opzoekwerk kan ik dan doelbewust gaan kijken naar de film als ie in de zalen is. de comments zijn open verklaard voor alle vormen van speculatie!)




dé grote parallel tussen zaterdag en nu was: heel veel mensen moeten heel veel wachten (terwijl de regisseur nog wat instructies geeft, terwijl iemand de motregendruppeltjes van de autovoorruit veegt, terwijl de nog wat over en weer wordt gelopen, ..) een activiteit die voor een buitenstaander als ik vaag doet denken aan tijdverspilling... nuja, ik hou van films, en dat is blijkbaar de manier om ze te maken, en mensen willen films maken, dus dat is een goede zaak.. ik vond het alleszins een zeer interessante morgen. de scene die ze aan het opnemen waren het kwartiertje dat ik toeschouwer kon zijn (daarna moest ik naar de les), duurde nog geen minuut.. hopelijk konden ze die enorme set nog gebruiken voor een andere scene. nooit zoiets gigantisch gezien (het liep nog verder door buiten de linkerkant van de bovenste foto met een eettentje en wat stoelekes). wel verrassend, zo'n set onder je raam.

vendredi, février 23, 2007

centre pierre mendes france, verdieping 22

ik was er in het begin van het jaar ook al eens geweest, maar ik denk dat de zaken toen allemaal zo vreemd toeschenen dat dit ene niet uit de toon viel. vandaag, vijf maand later, zijn veel vreemde dingen van het begin al helemaal gewoon geraakt.. toen mijn familie hier het afgelopen weekend was, verweten ze mij op een bepaald moment een soort van seen this done that houding. natuurlijk was dit een felle overdrijving. maar tegelijk, terwijl & hoewel een van mijn credo's is dat je nooit mag stoppen met je te verwonderen, maakt leven in de grootstad je wel gewender aan een aantal dingen. grootsheid, multiculturaliteit, armoede, keuzemogelijkheid, extremen en nog wat van die termen.

maar toen kwam er vandaag, ik werd verwonderd, was verrast. dat ging zo. ik moest opnieuw bij de erasmusverantwoordelijke van de université paris 1 UFR02 zijn voor het lijstje vakken in te dienen waar mijn keuze op was gevallen deze te volgen in het tweede semester. de administratie van de univ is gelegen in het dertiende arrondissement, een heel eind van waar de lessen doorgaan. administratiezaken in orde brengen vereist dan ook een aparte trip, die ik echter graag maak omdat het (overigens bijzonder vreemde) gebouw midden in de chinese wijk gelegen is (vast en zeker het onderwerp van een latere post).

madame pouillet heeft haar bureau op de allerhoogste, d.i. de tweeëntwintigste verdieping van dit vreemde torengebouw. omdat de toren smaller wordt naarmate ze hoger wordt, is de bovenste verdieping nog maar een klein oppervlaktetje, waar plaats is voor een zeer ruim bureau (dat van mevrouw pouillet) + een gang + een kamer met een photokopieermachine + nog een (veel kleiner) bureau van een mevrouw die bevoegd is voor het mededelen dat er geen enkele mogelijkheid is een examen uit te stellen ook al ben je ziek.

terug naar het bureau van madame pouillet. ik ben er namelijk jaloers op. twee van de vier muren zijn van bijna alleen glas, met uitzicht naar het zuiden en het oosten. vanop een tweeëntwintigste verdieping kun je al redelijk ver kijken. machtig. je kijkt vooral op industie aan de overkant van de peripherique (het centrum ligt namelijk ten noordwesten, dat is voor de ramen van de tiranmevrouw aan de overkant van de gang, hoewel ik hoop dat een andere toren haar dat uitzicht belemmert) maar rokende schoorstenen, hijskranen die boven de horizon uitsteken en daartussen een wegendoolhof met als mieren krioelende auto's, dat is ook schoon vanuit de lucht.

hetgeen me eigenlijk werkelijk verwonderde, intrigeerde en deed willen dat ik er nog veel langer kon hebben staan draaien terwijl ze mijn bladje was gaan kopieren, was hoe ze de kamer had ingericht. eerst vallen de enorme stapels papier op. in de ruimte verspreid staan een vijftal tafels, op allen stapels papier zodat geen tafelblad meer zichtbaar is. ook haar bureau zelf is kunstmatig verhoogd met het materiaal 'papier' tot een 10tal centimeter boven het oorspronkelijke niveau. achter een van de tafels zat een meneer met zijn jas aan maar hij behoorde niet tot het permanente decor leidde ik af uit het feit dat mevrouw pouillet bij het buitengaan 'je reviens tout de suite monsieur' tegen hem zei. verder houdt de eigenares van impressionistische kunst. een kleurenprinter die zijn beste tijd al achter de rug had, had ooit op op tientallen A4 velletjes stukjes impressionistische schilderijen geprint, die op hun beurt her en der met iets te grote repen plakband tegen stukjes muur of kast of aan vensterbanken werden bevestigd. dit alles was al een tijdje terug gebeurd, want een paar maand geleden aanschouwde ik monets waterlelies in het geheropende musée de l'orangerie, en het blauw in het echt was niet vaal. op een tragische manier gaven de vergeelde velletjes het tegendeel van kleur aan de ruimte. tussen de impressionisten hingen (deze keer in zwart wit afgeprinte) foto's waar mensen hun gevulde glazen iets te hoog dan natuurlijk in de lucht hielden, en iets te lang in de camera hadden moeten lachen alvorens die dan eindelijk was afgegaan.

toen was mevrouw terug en waar ik voor gekomen was gedaan en geboden de beleefdheidsconventies mijn indiscreet onderzoek van de ruimte stop te zetten, haar te danken en het bureau te verlaten, het was eigenlijk ook al sluitingstijd voorbij.

jammer. dit bureau was, net als de eigenares ervan, prachtig onconventioneel.

vendredi, février 16, 2007

à la recherche des cartes perdues

ik waarschuw maar meteen. in dit stukje geen epische beschrijvingen van parijs. het is eigenlijk te banaal voor woorden. maarja..

het ondenkbare was gebeurd: ik was de heilige drievuldigheid kwijt. heilige drievuldigheid = mijn studentenkaart, mijn metro-abonnement en de sleutelkaart van mijn kamer. die drie heb ik praktisch de hele dag door nodig dus ik heb ze altijd in mijn zak en check dat onbewust denk ik tientallen keren per dag. vandaag was ik op mijn kamer en plots waren ze weg, niet in mijn zak niet op mijn bureau niet in mijn gezichtsveld. ik pijnigde mijn herinnering wanneer ik ze voor het laatste had gehad en inderdaad, deze morgen thuiskomend met de boodschappen had ik ze op mijn stoel gelegd. daarna was ik niet meer weggeweest dus met alle vertrouwen begon ik een beetje mijn stoel op te ruimen, kleren op te vouwen en zo. de stoel was leeg. ik checkte op en onder mijn bed, tassen, bureau, nachtkastje, schoolmappen, etensvoorraad, onder mijn computer, tussen mijn kousen, in mijn schoenen, pluisde vruchteloos heel mijn badkamer uit. enkele uren later was mijn kamer volledig opgeruimd en uitgestoft. dat was ook wel erg nodig, bedacht ik toen ik de vloer terug kon aanschouwen en alles op zijn plaats stond, en wat daarvoor al op zijn plaats stond was opgetild, afgestoft, doorbladerd. het voldane gevoel dat ik anders van het aanzicht van een kraaknette kamer zou krijgen ging verloren in een soort wanhoop dat de kaarten onvindbaar waren. ik ging na waar ik nog was geweest sinds mijn thuiskomst. ik trok richting keuken en haalde heel mijn frigo leeg om hem daarna terug in te ruimen. toen ook mijn ijskastdeeltje het meest net gestapeld was ooit, bemerkte ik de vijf centimeter afstand tussen de vloer en de onderkant van het keukenmeubilair. ik leende een borstel van de schoonmaakster en schraapte met de steel zoveel mogelijk vanonder. ik vond een ajuin, sinaasappel, twee messen, een kubieke decimeter stof, glasscherven maar geen heilige drievuldigheid... het was toen ik me in het haar greep en de verdrukte gedachte naar boven kwam: mijn vuilbakje staat in mijn kamer niet zo ver van de stoel waarop ik ze me het laatst herinnerde. en dat vuilbakje was die middag geleegd, net zoals 46 andere vuilbakkeninhoud op andere kamers op mijn verdiep, net zoals de 46 kamers van de vier andere verdiepingen in grote vuilniszakken gegoten, die nu in de kelder wachtten op een lift van de vuilniswagen. ik sprak mijn gedachten uit tegen twee lieve hulpvaardige mensen die me het afgelopen uur radeloos de gang hadden zien afzoeken en nu brainstorm hielden over plaatsen waar kaarten die onvindbaar zijn zich kunnen bevinden. we vielen collectief flauw. daarna knepen ze hun gezicht in een pijnlijke grimas en zeiden nous t'aiderons. paul zei gelukkig heb ik drie paar van die lange rubberen handschoenen op mijn kamer die tot aan je oksels komen. de ene seconde dat ik dat geloofde was genoeg om een hoopvolle 'écht?' uit te brengen. de uitdrukking op zijn gezicht was helaas grappend.
maar we zullen het vanavond doen, zei hij. ik zag voor mijn ogen het beeld van de hele kelderruimte gevuld met identieke zwarte volle vuilniszakken, en ons tot ons middel in de bananenschillen, zoekend naar drie kleine kaartjes(naast de vermoedde kaartjes zaten er namelijk ook bananenschillen in mijn vuilnisbak van die morgen).

terug op mijn kamer besloot ik dat ik er in totaal 100 euro voor over had om niet in die vuilniszakken te moeten gaan zoeken. vervolgens ging ik opzoeken wat het me zou kosten mijn heilige drievuldigheid te vervangen als ik ze niet terugvond. de sleutel van de kamer was 35 euro borg, mijn magnetische metro kaart vervangen kostte 26 euro plus een maand of zo wachttijd waarin ik een vervangend ticket voor een maand zou moeten kopen, ik schatte meer als 50 euro daarvoor. ik zat al over honderd. en dan had ik nog niet eens mijn studentenkaart terug. ik voelde me rationeel en neutraal toen die beslissing alvast was gemaakt. ik liet mijn ogen over mijn boekenkast glijden, en liet ze rusten op grammaire 2000, herinnerde me dat ik die ochtend iets had opgezocht. ik snokte het boek uit de kast en bladerde het door zoals ik al had gedaan met alle rondzwervende boeken in mijn kamer. vrijwel meteen vond ik de drie kaarten in hun pakketje, achteraan in het boek. het was niet zozeer opluchting dat ik voelde, meer spijt om het verkwisten van mijn vrije dag. ik probeerde me te troosten met gedachten als kijk, mijn kamer is kraaknet: een lege vloer, al mijn papieren geordend en mijn kasten netjes ingeruimd. paul en marie-sophie waren stukken opgeluchter toen ik hen het nieuws ging brengen (wat wel aanstekelijk werkte), in die mate dat ze zelfs vergaten mij een stom kieken te vinden. dat vinden deed ik dus maar zelf. de avond werd vervolgens exponentieel veel aangenamer dan in mijn eerdere vooruitzichten, dus dat stemde me weer milder en zelfs tot het inzien van de grap, en, uiteindelijk, een blogpost.