lundi, janvier 29, 2007

de reus

het waren de dagen voor kerstmis. we hadden nauwkeurig een buurt uitgezocht waar we allebei nog nooit geweest waren om te ontdekken die avond. de keuze was gevallen op het 17de arrondissement, het noord-westen van parijs. de tocht leverde een nieuwe aantekening op voor mijn persoonlijke parijs-gids, voorlopig nog een work in progress maar eind dit jaar hopelijk af. (de aantekening was een voor extreem lekkere afhaalpizzeria).
iets verder lag een hoopje sneeuw in een hoek van een parkeerplaats. we keken speurend de rest van de straat af, die was droog. het was al weken warm geweest, wat het nog uitzonderlijker zou maken als dat hoopje sneeuw daar afkomstig was uit een zeer plaatselijke winterwolk. het mysterie loste op in een glimlach toen bleek dat de winkel achter ons een diepvries-supermarkt was (bizarre keten, 'les surgélés', het interieur bestaat uit niets dan rijen en rangen halfhoge witte diepvriezers, met op het einde van het parcours een witte kassa.)

aangezien we in het noorden waren en ons huis zich in het zuiden van parijs bevindt, wisten we dat we moesten opletten om de laatste metro te halen, alle laatste metro's komen om kwart na één toe in hun eindstation, dus hoe verder je daarvan verwijderd bent, hoe vroeger de 'laatste metro' passeert. de laatste RER, die de oneindig handige halte heeft 'cité universitaire' maar daarna nog veel verder rijdt, was al gepasseerd. rennend door het gigantische ondergrondse gangen&hallen-complex van 'chatelêt-les halles' haalden we letterlijk de laatste metro n°4 naar porte d'orléans, second best.

het metrostelsel was leeg op 1 persoon na: een reus. het viel niet zo op want hij zat neer. maar zijn hoofd was gigantisch, zijn haar in dreadlocks in een muts die op zich ook erg groot was en zijn hoofd nog groter maakte. dan waren we achter hem, zijn rug had een oppervlakte van een vierkante meter leek het, even breed als lang. zijn schouders hadden de breedte van anderhalf zitje. ik zei 'een reus', aurelie knikte zonder haar ogen van hem af te halen. verder zwegen we en gingen een paar meter achter hem zitten bekomen van het lopen. de reus keek uit het raam (vreemd eigenlijk, aan het zwart van de binnenkant van een tunnel is niet echt iets te zien). bijna onmerkbaar knikte hij zijn hoofd op en neer als op een ritme, en het was niet het schokken van de metro. dat was waar mijn enige beweging door werd veroorzaakt, dus ik kon het zien.

het volgende station stapten vier joelende meisjes op van een jaar of 17-18. een van hen had een radio-gsm. dat is denk ik iets nieuws, ik zag het voor het eerst in parijs. er komt dan via ingebouwde boxjes geluid uit de gsm, die een hele kamer voorziet van wat er nog overblijft van 'muziek' als je die door zo slechte boxjes laat komen dat het lijkt alsof je ze door een krakende telefoonlijn hoort. het rap-liedje dat de wagon vulde was een favoriet van de meisjes. meezingend en dansend in het sta-deel, rond de palen draaiend tijdens het refrein en totaal niet op ons lettend. wij vanuit ons zitje met zicht op de onverwachte voorstelling, bleven kijken zonder de lucht te verbreken met woorden.

het meisje met de radio-gsm struikelde en kwam op de stoel naast de reus terecht. geen van de twee schrok, de reus keek het meisje aan, zij zei iets als 'c'est bien ça, vous ne trouvez pas?' en begon opnieuw de woorden mee te rappen zonder op antwoord te wachten. de reus richtte zijn aandacht op de radio-gsm en luisterde, zijn hoofd nu schuin zacht op en neer knikkend op de beats. refrein. het meisje draaide haar hoofd weer naar hem toe en herhaalde 'vous ne trouvez pas?'. ze leek klein zo naast hem op een halve stoel. de reus knikte. het meisje stond op en danste terug naar haar vriendinnen die nog aan de palen hingen. een van de volgende haltes sprongen ze uit.

in de metro keerde het courante lawaai van wielen op rails terug. het klonk als absolute stilte. bewegingsloosheid was een ander kenmerk van de personen in de wagon. alleen mijn ogen bleven op en neer schieten. we bleven alledrie zitten tot porte d'orléans. eindhalte. uit de andere wagons stapten nog andere mensen. we liepen naar de uitgang, sneller dan de reus, die slenterde. aan de uitgang maakten mensen de hekkens klaar om te sluiten. wij gingen naar links, keken nog een paar maal om, zagen dat de reus naar rechts ging. bizarre avond, zeiden we. ja, zeiden we.


nu, vorige week dinsdag, in een bar in het andere noorden, het noord-oosten, waar wij aanwezig waren voor de verjaardag van aurelie, die gelukkigerwijs samenviel met het einde van mijn studeerexamens, wandelde de reus rond middernacht binnen. we zagen hem, zeiden 'de reus', zeiden 'onmiskenbaar', en vonden het toeval leuk en de reus sympathiek. de reus danste rustig knikkend op de reggae muziek in de bar en bleef dat doen ook nadat de laatste metro van de vorige keer al was vertrokken. het was de noctilien bus die ons later naar porte d'orleans bracht. de reus zat er niet op. toch benieuwd of we hem nog gaan tegenkomen.